Chiang Mai is de grootste stad in het noorden van Thailand. Toevallig was ik er in de week waarin ook het Yi Peng lantaarnfestival plaatsvond. Maar ik had mijn hoofd vooral bij andere zaken. Zoals een zekere Koreaanse dame.
Tijdens het lantaarnfestival worden lucht en water van Chiang Mai vervuild met tienduizenden wensballonnen en drijvende kaarsbakjes, iets wat ongetwijfeld spectaculaire beelden oplevert - mits je met je neus vooraan staat bij zo’n happening. Daar had ik echter niet zo’n trek in, omdat zo’n festival ook veel drukte met zich meebrengt. Denk aan optochten, dranghekken en vastgelopen verkeer.
Het festival grotendeels ontwijkend, werd mijn weekje in Chiang Mai vrij alledaags. Chillen met vrienden, een nieuwe tattoo halen (mijn eerste die met bamboe is gezet), aardig wat werk (waaronder redactiewerk voor vriend en kunstenaar Peter Riezebos) en veel lekker eten (in Thailand zijn ze best goed in het bereiden van Thais eten, en het kost hier bijna niets).
Omdat vanwege het festival alle scooters waren verhuurd, heb ik voor het eerst van mijn leven op een (kleine) motor gereden. En nu wil ik eigenlijk mijn motorrijbewijs halen. Zoals alle mannen met een midlifecrisis.
In het weekend verbleef ik in de jungle, op zo’n 2,5 uur rijden vanaf Chiang Mai, waar ik onder andere héél dicht bij olifanten kon komen.
Naast dit alles stond de afgelopen week vooral in het teken van een beginnende verliefdheid op de Koreaanse Shin, die nu weer in Seoul is. Gelukkig gaan we elkaar volgende week weer treffen.
Reactie plaatsen
Reacties