439 woorden - Plassen in de bus - Van Hampi naar Mysore (beide in India)

Gepubliceerd op 9 november 2023 om 15:56

Ik bevond mij in de nachtbus van Hampi naar Mysore, een rit die zo’n 10 uur zou duren. We waren amper 2 uur onderweg en ik moest plassen.

‘Toilet, toilet,’ probeerde ik nogmaals. ‘I need to pee!’

De buschauffeur riep iets terug in het Hindi, gevolgd door een wegwuifgebaar.

Ik maakte het universele gebaar voor ‘moeten plassen’, met mijn handen bij mijn kruis.

De buschauffeur riep weer iets in het Hindi, dit keer klonk het een beetje boos, blafferig. Hij wees vooruit, op de weg.

Ik had niet het gevoel dat we verder kwamen, en liep maar weer terug naar mijn zitplaats. Ligplaats, moet ik zeggen.

 

Eerder die avond had de buschauffeur me mijn cabine gewezen. Het was een fijne cabine, met een plastic matras, een openschuifbaar raampje aan de straatkant, gordijntjes aan de andere kant, en zelfs een lampje en stopcontact. Toch had deze slaapbus iets wat ik als een nadeel ervaarde: er was nergens aan boord een toilet te bekennen.

Ik ging liggen op mijn plastic matras, schoof het raampje dicht, sloot de gordijntjes en probeerde te slapen. Maar mijn drukkende blaas bleef om aandacht vragen.

Ik moest aan MacGyver denken. Die vindingrijke avonturier uit de gelijknamige tv-serie. Vannacht moest ik ook een vindingrijke avonturier zijn. Anders zou er van slapen niets komen.

Misschien schuilt de oplossing in dat openschuifbare raampje, dacht ik. Zou ik…

Wacht, ik had natuurlijk ook nog een bijna lege fles water. En een zakmesje.

 

Lauwwarme fles

Om te beginnen schoof ik het raampje open. Toen sloot ik de gordijntjes aan het gangpad. Wat ik ging doen, behoefde geen pottenkijkers.

Ik gooide het restje water uit het raam. Sneed het bovenste deel van de fles. Toen kwam het moeilijke gedeelte.

Ik ging op mijn knieën zitten, trok mijn broek een eindje omlaag, en hing mijn lul in de fles. Met mijn nek en achterhoofd tegen de bovenkant van de cabine klemde ik mijzelf een beetje vast, om niet teveel te schudden. Toen begon ik te plassen, tot de fles bijna vol was.

De lauwwarme fles stevig vasthoudend, stak ik mijn hoofd uit het raam om te zien of er van achteren verkeer naderde. Want het zou niet alleen onbeleefd maar misschien zelfs gevaarlijk kunnen zijn, om mijn nog warme pis uit de bus in het gezicht van een nietsvermoedende tuktuk-chauffeur te gooien.

Twee keer wierp ik via de afgesneden fles mijn pis uit de bus. Toen was mijn blaas wel leeg, en ging ik tevreden liggen. Opgelucht, blij dat ik niet geknoeid had. Trots op wat ik had bereikt.

Nog geen tien minuten later stopte de bus bij een parkeerplaats met een toiletgebouw.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.